Wanneer
bacteriën of virussen ons lichaam aanvallen, spreken we van een infectie.
Het is zo’n infectie die er voor zorgt dat je ziek wordt. De witte bloedcellen
in onze bloedstroom zijn verantwoordelijk voor het aanvallen van de
ziekteverwekkers en hebben daarvoor verschillende hulpmiddelen: B-lymfocyten,
T-lymfocyten en macrofagen. Deze laatste breken de ziekteverwekkers af in
kleinere stukjes, die antigenen genoemd worden. Deze worden door ons lichaam
herkend en stimuleren de aanval op de ziekteverwekkers. Hier komen de
lymfocyten in actie. B-lymfocyten produceren antilichamen om de antigenen aan
te vallen en T-lymfocyten vallen cellen aan die al geïnfecteerd zijn door de
ziekte.
De
eerste keer dat we met een bepaalde ziekteverwekker in aanraking komen duurt
het een tijdje voor ons lichaam in actie kan komen. Na de overwinning blijven
er echter een aantal T-lymfocyten als een soort geheugen achter in onze
bloedbaan. Deze zorgen er voor dat we bij een volgende infectie efficiënter
kunnen optreden en de ziekte sneller kunnen vernietigen.
Edward Jenner: ontdekker van het eerste vaccin (bron: wikipedia) |
Bij
een vaccinatie wordt een verzwakte versie of slecht een deel van de
ziekteverwekker in het lichaam gebracht. Deze bevatten dezelfde antigenen als
de echte ziekteverwekkers, maar zijn niet in staat dezelfde infectie te veroorzaken. Zo wordt ons immuunsysteem gestimuleerd om geheugencellen aan te maken die er voor zorgen dat we voorbereid zijn als de echte ziekteverwerkker aanklopt.
Het principe van vaccins werd op het einde van de 18e eeuw ontdekt door Edward Jenner. Hij merkte dat een milde variant van koepokken mensen kon beschermen
tegen de pokken, een ziekte waaraan de afgelopen 3000 jaar 10% van de bevolking
gestorven is. Dankzij vaccins maakte de ziekte in 1978 zijn laatste slachtoffer
nadat fotografe Janet Parker per ongeluk besmet raakte met het virus in het
laboratorium waar ze toen werkte. Ook polio bijvoorbeeld, een ziekte die in
1995 nog 30 000 slachtoffers maakte, is nu volledig verdwenen in westerse
landen. In minder ontwikkelde gebieden, waar de toegang tot vaccins heel wat
moeilijker is, komen veel van de ziektes die bij ons vermeden kunnen worden
wel nog voor. Het is dan ook belangrijk dat vaccinaties blijven doorgaan om te
vermijden dat ze een – gevaarlijke – comeback maken.
Hoewel
de bijwerkingen van vaccins zeer beperkt zijn – ernstige complicaties komen
slechts in één à twee gevallen per miljoen vaccinaties voor – blijven heel wat jonge
ouders sceptisch. Enkele bekende en minder bekende mythes rond vaccins en de
waarheid er achter worden hier dan ook uit de doeken gedaan.
Ziektes
die vermeden kunnen worden door vaccins komen (bijna) niet meer voor in mijn
land en daarom moeten mijn kinderen niet gevaccineerd worden/andere kinderen
worden al gevaccineerd dus mijn kinderen moeten geen vaccins krijgen.
Zeker niet waar, hoewel vaccins heel normaal zijn in vele
westerse landen, kunnen bepaalde ziektes zoals de mazelen wel nog voorkomen in
andere delen van de wereld en zo overgedragen worden naar niet gevaccineerde
personen in westerse landen. Om er voor te zorgen dat de verspreiding van deze
ziektes vermeden wordt, moet vaak meer dan 95% van de bevolking gevaccineerd
zijn (iets waar naar verwezen wordt met de term ‘kudde-immuniteit’). Kinderen
die niet gevaccineerd zijn, hebben bijvoorbeeld 22 keer meer kans om de mazelen
te krijgen.
Vaccins
bevatten kwik en kunnen daarom schadelijk zijn.
Thiomersal is een kwikbevattend product dat als bewaarmiddel
gebruikt wordt in vaccins. Kwikverbindingen kunnen zeer schadelijk zijn en
leiden tot beschadiging van het zenuwstelsel, vooral bij kinderen wiens
hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Daarom denken heel wat mensen dat ook
vaccins deze schadelijke effecten kunnen hebben. De dosis kwik in vaccins is
echter zo laag, dat het in vele gevallen zelfs niet meetbaar is. Daarenboven heeft nog geen enkele van vele studies kunnen bewijzen dat thiomersal schadelijk zou zijn. De
hoeveelheid kwik die we binnenkrijgen via onze omgeving (lucht, water, vis, …)
ligt ook heel wat hoger dan de dosis in vaccins. Om de publieke bezorgdheid
toch tegemoet te komen, is het product sinds 1999 bijna niet meer aanwezig in
vaccins, en wordt het enkel nog gebruikt in de seizoenale griepvaccins.
'Ernstige bijwerkingen komen slechts in één à twee gevallen per miljoen vaccinaties voor'
Vaccins
veroorzaken autisme.
Eén studie in 1998 legde de link tussen het
mazelen-bof-rubella vaccin en autisme, maar later werden serieuze fouten in de
studie ontdekt die ervoor zorgden dat de publicatie ingetrokken werd. Eén van
de redenen dat deze mythe toch blijft bestaan, is dat autisme vaak
gediagnosticeerd wordt rond dezelfde periode als de toediening van dit vaccin
(rond de leeftijd van 1 jaar). Toch heeft sindsdien geen enkele studie de link
tussen autisme en vaccinatie kunnen bewijzen, in tegendeel, heel wat artikels
tonen aan dat de kans op autisme niet verschillend is voor kinderen die wel of
niet gevaccineerd zijn.
Vaccins
veroorzaken MS, wiegedood, shaken baby syndrome, …
Net als voor autisme, worden vaccins heel vaak in verband
gebracht met ziektes die rond dezelfde periode in de kindertijd ontdekt worden.
Wiegedood komt bijvoorbeeld voor in het eerste levensjaar, in dezelfde periode
dat vaccins tegen diphteria, tetanus en heel wat andere ziektes toegediend
worden. Toch heeft nog geen enkele studie een causaal verband kunnen aantonen
tussen vaccins en eender welke ziekte.
Door
kinderen meerdere vaccins tegelijk te geven bestaat de kans dat hun
immuunsysteem overbelast wordt.
Kinderen worden continu gebombardeerd met bacteriën en
virsussen die hun immuunsysteem aan het werk zetten, via het eten dat ze binnen
krijgen, via speelgoed, andere kinderen, enzovoort. Zelfs een kleine
verkoudheid belast hun immuunsysteem meer dan een vaccinatie. Sommige studies
tonen zelfs aan dat kinderen in theorie tot 100 000 vaccins tegelijk zouden
kunnen verdragen, maar zo ver zullen we natuurlijk niet gaan.
Griep
is gewoon lastig, het is niet nodig hiervoor gevaccineerd te worden.
Dit is een hardnekkige mythe die dringend de wereld uit
geholpen moet worden want jaarlijks sterven nog steeds 300 000 – 500 000 mensen
aan de griep. Het griepvirus past zich heel makkelijk aan aan veranderende
omstandigheden en elk jaar opnieuw is de ziekte weer een klein beetje veranderd.
Elk jaar is het weer een race tegen de klok om vaccins te produceren tegen de
drie meest voorkomende griepsoorten van het seizoen en elk jaar bestaat de kans
dat het griepvirus gevaarlijker en dodelijker wordt. Het is dan ook belangrijk,
vooral voor gevoelige groepen zoals kinderen, ouderen en zwangere vrouwen, om
zich telkens opnieuw te laten inenten tegen het griepvirus.
Het is
beter immuun te worden door de ziekte effectief te krijgen dan via een vaccin.
Vaccins
zijn speciaal ontwikkeld om dezelfde immuunrespons op de wekken als de
ziekteverwekker zonder de schadelijke symptomen en bieden dus dezelfde
bescherming als het overleven van de ziekte zelf. Ziektes kunnen daarnaast ook
blijvende schadelijke gevolgen hebben, zoals geboorteafwijkingen door rubella
of leverkanker veroorzaakt door hepatitis B.
Behalve
deze begrijpelijke bezorgdheid van ouders zijn er ook enkele compleet uit de
lucht gegrepen beweringen die de ronde doen. Zo zouden foetussen gebruikt
worden voor de productie van vaccins, wat natuurlijk complete nonsens is.
Verder zouden vaccins oorspronkelijk ontwikkeld zijn door de ‘elite’ om de
populatie te ‘reinigen’ en de wereldbevolking te bedwingen. Zelfs àls deze
bewering waar zou zijn, faalt deze elite duidelijk in haar doel.
Hoewel
het je ondertussen wel duidelijk zal zijn dat vaccins heel wat meer goed dan
kwaad doen, is er toch nog een belangrijke misvatting die behandeld moet
worden: vaccins bieden 100% bescherming. Dit is spijtig genoeg (nog) niet waar.
Vaccins gemaakt met levende maar verzwakte virussen (zoals waterpokken en mazelen)
zijn tot 95% effectief, terwijl vaccins geproduceerd met geïnactiveerde of dode
virussen 75 – 80% effectief zijn. Dit betekent dat je alsnog ziek kan worden,
ook al ben je gevaccineerd. Daarom is het zo belangrijk dat zoveel mogelijk
mensen gevaccineerd worden, omdat de ziekte zich zo veel moeilijker kan
verspreiden en dus ook de overgebleven 5 – 20% van de populatie beschermd is. Hoewel
elke ziekte of dood veroorzaakt door vaccins er één te veel is, overdonderen de
voordelen van vaccins duidelijk de nadelen en zouden er heel wat meer zieken en
doden zijn zonder.