Onlangs
besloot Jos Hubau, chef van restaurant ’t Konijntje,
om eekhoorn op het menu te plaatsen. Eekhoorn? Ja, je leest het goed. Dit
rossige, donzige pluimstaartje hoort volgens jullie natuurlijk in de bomen rond
te springen en niet gegrild op een zalfje van sla te liggen, gegarneerd met een
takje marjolein. En daarin ben je niet alleen. Chef Hubau probeerde het al eens
eerder maar moest toen wijken voor de vele negatieve reacties. Maar zijn die
wel terecht?
Culinaire indringers
De
eekhoorn die chef Hubau serveert is de grijze eekhoorn, een diertje dat hier
legaal geslacht en verkocht mag worden. De reden hiervoor is simpel: de grijze
eekhoorn is een uitheemse soort, oorspronkelijk afkomstig uit de Verenigde
Staten. Hier in Europa verspreiden de beestjes het parapox-virus (dat overigens
onschadelijk is voor de mens). Zelf hebben ze geen last van het virus, maar
onze inheemse rode eekhoorn bezwijkt er wel aan. Vooral in het Verenigd
Koninkrijk is de grijze eekhoorn aan een opmars bezig ten koste van zijn rode
soortgenoot en Britse natuurbeschermers zijn dan ook op sommige plaatsen
begonnen met het systematisch doden van de dieren. Stilaan groeit grijs
eekhoornvlees er dan ook uit tot een gegeerde, ecologisch verantwoorde
lekkernij. Net zoals ander wild heeft het vlees blijkbaar een zeer rijke smaak
en is het vetarm. Bovendien heeft het dier geen moment van zijn leven in een
kooi doorgebracht.
Bovenaan: de grijze eekhoorn. Onderaan: de rode eekhoorn (bron: wikipedia) |
De
grijze eekhoorn is zeker geen geval apart. Er zijn nog heel wat uitheemse
dieren en ook planten die ons ecosysteem binnendringen. Een ander voorbeeld dat
aangehaald wordt door professor Goethals van de UGent is de Canadese gans. Deze
werd oorspronkelijk ingevoerd als siervogel in kasteelvijvers, maar wordt sinds
de jaren 60 ook in het wild gevonden. Omdat de dieren in natuurgebieden alles
kaal vreten, mag op hen gejaagd worden. Ook in onze nationale plantentuin in
Meise bijvoorbeeld worden de ganzen neergeschoten. Normaal worden de kadavers
gewoon vernietigd, maar eigenlijk zijn ze perfect eetbaar.
Canadese gans (bron: wikipedia) |
Met
andere woorden, er zijn verschillende indringers in ons ecosysteem die geen
moment in hun leven moeten lijden en op een duurzame manier kunnen voorzien in
een deel van onze vleeswens.
Gekweekte hamburgers
Als
je het toch niet zo hebt voor de jacht op dieren, is gekweekt vlees misschien
wel een interessante piste. In augustus van vorig jaar stelde de Nederlandse
onderzoeker Mark Post zijn gekweekte hamburger voor. Op basis van de stamcellen
(de basiscellen van elk levend wezen - http://nl.wikipedia.org/wiki/Stamcel)
van een koe slaagde hij er in drie hamburgers te maken zonder dat de koe zelf
daar ook maar enige last van had. Hoewel het vlees blijkbaar niet spectaculair
lekker was, is het kweken van vlees wel een veelbelovende techniek. In eerste
instantie zou het bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om het vlees dat verwerkt
zit in producten zoals pizza’s en soep uit blik te vervangen. Hierdoor zouden volgens
Mark Post per jaar 40 miljard dieren minder geslacht moeten worden, en zou ook
de benodigde hoeveelheid landbouwgrond, water en energie met 30 tot 40% dalen
(dit zei hij vorig jaar in De Morgen).
Deze getallen lijken mij wel heel erg optimistisch, zeker als je je bedenkt dat
het vlees in verwerkte producten ook nu al meestal ‘afval’vlees is.
Desalniettemin is het kweken van vlees een veelbelovende piste die de vraag
naar vlees op termijn deels zou kunnen inlossen.
‘Door vlees te
kweken zouden we makkelijk 40 miljard dieren minder slachten per jaar’
Hoewel
het concept zeker niet nieuw is -Winston Churchill speelde al met het idee in
de jaren 1930 -, is de uitwerking ervan zeker niet eenvoudig. In het lichaam
van dieren zorgen bloedvaten voor de aanvoer van de nodige voedingsstoffen om
spierweefsel aan te maken. In het labo, in proefbuizen of op petrischaaltjes, kunnen
enkel dunne schelletjes vlees gemaakt worden, omdat dat de enige manier is om
alle voedingsstoffen nodig voor de groei ervan aan te voeren. Ook gebruiken de
onderzoekers momenteel bloedserum afkomstig van dieren om voor die
voedingsstoffen te zorgen, maar de eerste testen met een synthetisch serum zien
er al veelbelovend uit. Hoewel de technologie momenteel dus nog in zijn
kinderschoenen staat, hoopt Mark Post dat we binnen 50 jaar vooral gekweekt
vlees zullen terugvinden bij de slager.
Een
optie die veel sneller realiteit zou kunnen worden, is er eentje waar vele
mensen waarschijnlijk liefst niet aan denken. Toch kunnen ook insecten
bijdragen aan een meer duurzame voedselcultuur.
Meelwormkroketjes
Laat
ons eerlijk zijn, de meesten onder ons zullen niet snel vrijwillig een krekel
of sprinkhaan in hun mond steken. Maar als je er even bij stilstaat besef je al
snel dat garnalen, mosselen, inktvisjes en nog vele andere diertjes die we
zonder moeite verorberen er ook niet bijster appetijtelijk uit zien. Dus waarom
geen insecten eten? In vele Oosterse en Afrikaanse landen is insecten eten (of
entemofagie om het met een wetenschappelijk woord te zeggen) heel normaal en
ook in het Westen krijgen we veel meer insecten binnen dan de meeste mensen
beseffen. In vele producten zoals tomatensoep en appelmoes mag wettelijk een
beperkte hoeveelheid insectendelen zitten. Ook de rode kleurstof in M&M’s
en Fristi wordt gewonnen uit de cochenillenluis.
In vele Oosterse landen zoals Thailand is het heel
normaal om marktkraampjes te vinden die een grote variëteit aan insecten
aanbieden.
|
Een
groot voordeel van het (deels) overschakelen op insecten is dat ze een goede
vervanger zijn van traditionele dierlijke eiwitten maar dat de ecologische
voetafdruk ervan veel kleiner is. Niet alleen is veel minder landbouwgrond
nodig, ook de uitstoot van broeikasgassen is veel lager bij het kweken van
insecten ten opzichte van vee. Dit komt vooral doordat insecten veel
efficiënter voedingsstoffen omzetten in eiwitten, vooral
omdat ze veel minder energie verliezen aan bijvoorbeeld het warm houden van hun
lichaam. Onderzoek aan de UGent heeft zelfs uitgewezen dat de eiwitten in
insecten goed zouden zijn tegen een hoge bloeddruk.
Vooral
bij onze noorderburen kan je nu al relatief makkelijk aan insecten voor
consumptie geraken, maar ook hier in België worden de eerste stappen gezet. Zo
promoot de Antwerpenaar Peter Baptist met zijn mobiele snackbar het eten van
insecten en kan je nu bij Spice Bazaar in Gent naast kruiden ook meelwormen en
krekels kopen.
Hoe
belastend is vlees voor het milieu? Dit tabelletje geeft weer hoeveel voeder en
water nodig is en hoeveel broeikasgassen er uitgestoten worden bij de productie
van de meest voorkomende vleessoorten. Voor insecten is het veel moeilijker om exacte getallen te vinden, maar onderaan wordt al een algemene indruk gegeven. Meer uitleg
kan je vinden op www.dagenzondervlees.be
en http://www.watervoetafdruk.be/.
Voedselbehoefte (kg/kg vlees)
|
Waterverbruik
(liter/kg vlees)
|
Uitstoot van broeikasgassen
(kg CO2-eq/kg vlees)
|
|
Rundsvlees
|
8
|
15 500
|
15,9
|
Varkensvlees
|
5
|
4 800
|
4,5
|
Kippenvlees
|
3
|
3 900
|
2,6
|
Insecten
|
Tot 20 keer minder
|
Tot 1000 keer minder
|
Tot 100 keer minder
|
Met
andere woorden, ook als je het niet ziet zitten om vlees op te geven om welke
reden dan ook, zijn er genoeg alternatieven om je carnivore dieet heel wat
duurzamer te maken. Zelf probeer ik op heel regelmatige basis vegetarisch te
koken en ook insecten hebben mijn smaakpapillen al aangenaam verrast. Ook
eekhoornvlees zou ik graag eens willen proberen. Natuurlijk is geen enkele van
de bovenstaande opties een complete oplossing voor de stijgende vleesconsumptie
wereldwijd, maar allen kunnen ze helpen om een duurzamer voedselpatroon te
ontwikkelen. Maar het is en blijft belangrijk dat we allemaal even stilstaan
bij wat we op ons bord gooien.